A
- Aanspraak
-
Jouw recht op toekomstige pensioenuitkeringen. Je maakt aanspraak als je deelneemt aan een pensioenregeling.
- Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN)
-
De Actuariële en BedrijfsTechnische Nota geeft inzicht in het beleid dat het bestuur voert om de pensioenregelingen te kunnen uitvoeren.
- Actuele dekkingsgraad
-
De actuele dekkingsgraad is een maandelijkse 'graadmeter' die aangeeft hoe Pensioenfonds Recreatie er financieel voor staat. Iedere maand publiceren we de dekkingsgraad van de maand daarvoor. De maandelijkse dekkingsgraden worden gebruikt om de beleidsdekkingsgraad vast te stellen.
- Afkoop
-
Als je kiest voor afkoop wordt de afkoopwaarde van je pensioen in één keer aan jou uitbetaald. Daarna heb je geen recht meer op een pensioen.
- Algemene nabestaandenwet (Anw)
-
Vanuit de Algemene nabestaandenwet ontvangen nabestaanden een uitkering die het nabestaandenpensioen wordt genoemd. Niet iedereen komt in aanmerking voor deze uitkering. Je moet als nabestaande namelijk:
- een ongehuwd kind jonger dan 18 jaar hebben óf
- voor meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn óf
- vóór 1950 zijn geboren.
Bovendien wordt een eventueel eigen inkomen van de nabestaande op de Anw-uitkering in mindering gebracht.
- Algemene Ouderdomswet (AOW)
-
De AOW is een volksverzekering die je vanaf je AOW-leeftijd voorziet van een basispensioen. In het algemeen komt iedereen die in Nederland woont en/of werkt in aanmerking voor een AOW-pensioen.
- Anw-pensioen
-
Je kan kiezen voor een Anw-pensioen voor je partner. Als je overlijdt, betalen we tot de AOW-datum van je partner Anw-pensioen uit.
- AOW-gat
-
Per 1 januari 2015 vervalt de AOW-toeslag voor mensen met een jongere partner. Voor mensen die op of na 1 januari 2015 de AOW leeftijd bereiken, kan hierdoor het gezamenlijk inkomen tijdelijk lager uitvallen. Dit wordt het AOW-gat genoemd.
- Arbeidsongeschiktheidspensioen
-
Dit is een aanvulling op de arbeidsongeschiktheidsuitkering die je vanuit het UWV ontvangt. Dit pensioen eindigt uiterlijk op je pensioenleeftijd.
- Attestatie de vita
-
Een verklaring die met regelmaat verstrekt moet worden als je als uitkeringsgerechtigde in het buitenland woont. Deze verklaring moet ondertekend worden door iemand die daarvoor bevoegd is. Met de verklaring kan worden vastgesteld of de persoon die de uitkering ontvangt nog in leven is.
- Autoriteit Financiële Markten (AFM)
-
De Autoriteit Financiële Markten is een toezichthouder, net als De Nederlandsche Bank. De AFM controleert de communicatie van pensioenfondsen. De communicatie moet niet alleen duidelijk en begrijpelijk zijn, maar ook op het juiste moment bij de deelnemer terechtkomen (‘tijdig’). Daarnaast controleert de AFM of deelnemers voldoende worden geïnformeerd worden. Het pensioenfonds moet ‘transparant’ zijn.
B
- Bedrijfstakpensioenfonds (BPF)
-
Een pensioenfonds dat de pensioenregeling voor één of meerdere bedrijfstakken uitvoert. Zoals Pensioenfonds Recreatie zelf. Het fonds voert de pensioenregeling uit voor de bedrijfstakken:
- verblijfsrecreatie (zoals hotels, pensions en campings)
- buitensportorganisaties
- zweminrichtingen
- Beleidsdekkingsgraad
-
De beleidsdekkingsgraad is de verhouding tussen het geld dat we in kas hebben (bezittingen) en de pensioenen die we moeten uitkeren (verplichtingen).
De beleidsdekkingsgraad geeft dus aan hoe gezond het pensioenfonds is. Is de dekkingsgraad 100%? Het fonds heeft precies genoeg geld in kas om te kunnen voldoen aan de pensioenverplichtingen.Onze beleidsdekkingsgraad moet minimaal 104,9% zijn.
- Beroepspensioenfonds
-
Een beroepspensioenfonds voert de pensioenregeling uit voor mensen met een vrij beroep. Dit zijn bijvoorbeeld artsen, notarissen, fysiotherapeuten, dierenartsen en verloskundigen.
- Beroepspensioenwet; Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb)
-
In deze wet staan onder andere de voorwaarden beschreven waaraan de beroepspensioenregelingen moeten voldoen.
- Beschikbare premieregeling
-
Een pensioenregeling waarbij voor de werknemer een premie beschikbaar wordt gesteld. Deze premie wordt besteed aan pensioen. Het verschil met andere pensioenregelingen is dat de werknemer vooraf geen vastgestelde pensioenuitkering in het vooruitzicht heeft.
- Bestuur
-
Het bestuur regelt het beleid van het pensioenfonds en vertegenwoordigt de werkgever(s) en werknemer(s) in het pensioenfonds.
- Bestuurslid
-
Een lid van het bestuur van het pensioenfonds.
- Beëindigingbericht
-
Werkgevers zijn verplicht om een vertrekkende werknemer af te melden bij het pensioenfonds. Stopt jouw deelname aan de pensioenregeling? Dan ontvang je drie of vier maanden na beëindiging van je deelname een brief. Dit is het beëindigingsbericht. In deze brief staat een overzicht van je opgebouwde pensioen en informatie over toeslagverlening en waardeoverdracht.
- Bijzonder partnerpensioen
-
Dit is een partnerpensioen dat aan de ex-partner wordt toegewezen na het overlijden van de deelnemer, als de deelnemer in het verleden pensioen heeft opgebouwd bij Pensioenfonds Recreatie. Lees meer over bijzonder partnerpensioen.
D
- De Nederlandsche Bank (DNB)
-
De Nederlandsche Bank is een toezichthouder. DNB controleert de financiële betrouwbaarheid van pensioenfondsen. Maar ook of pensioenfondsen zich aan alle wetten en regels houden.
- Deelnemer
-
Een werknemer of ex-werknemer (iemand die in het verleden pensioen heeft opgebouwd) die op grond van een pensioenovereenkomst recht heeft op pensioen bij een pensioenfonds.
- Deelnemingsjaren
-
De gewerkte jaren waarover je pensioen hebt opgebouwd.
- Deeltijdpensioen
-
Als je als werknemer in deeltijd gaat werken en je pensioen gedeeltelijk laat ingaan. De pensioenopbouw over jouw loon dat je verdient met werken gaat gewoon door.
- Dekkingsgraad
-
De dekkingsgraad is een percentage dat aangeeft hoe Pensioenfonds Recreatie er financieel voor staat. De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen onze bezittingen (ons vermogen) en onze verplichtingen (de pensioenen die we moeten betalen). Hoe hoger onze dekkingsgraad, hoe 'gezonder' onze financiële situatie.
E
- Excedentregeling
-
De excedentregeling is een middelloonregeling en bedoeld voor alle werknemers met een inkomen hoger dan € 52.763,- (bedrag 2016). Tot dit bedrag bouwen zij pensioen op via de basisregeling. Met de excedentregeling bouwen zij ook pensioen op over hun inkomen boven het grensbedrag.
F
- Factor A
-
Dit is de pensioenaangroei in een kalenderjaar. Je hebt de factor A nodig als je zelf extra pensioen wilt opbouwen. Bijvoorbeeld als je een lijfrente afsluit.
- Financieel toetsingskader (FTK)
-
Een onderdeel van de Pensioenwet waarin de financiële eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd. Doelstelling van het FTK is de bescherming van de pensioenen van deelnemers. Het FTK stelt eisen aan het pensioenfonds over onder meer de hoogte van de dekkingsgraad en het kunnen opvangen van een daling van de aandelenkoersen of van de rente.
- Franchise
-
Het gedeelte van het loon waarover je géén pensioen opbouwt. Hiervoor in de plaats ontvang je op je AOW-leeftijd een AOW-uitkering van de overheid.
- FVP
-
Financiering Voortzetting Pensioenverzekering. Deze regeling is inmiddels gesloten. Werknemers boven de 40 jaar met een WW-uitkering kunnen hierdoor pensioen blijven opbouwen.
G
- Gemoedsbezwaarde
-
Iemand die vanuit zijn eigen levensbeschouwing bezwaar heeft tegen verzekeren en in het bezit is van een 'bewijs van vrijstelling wegens gemoedsbezwaren' afgegeven door de Sociale Verzekeringsbank. Voor deze persoon vindt er geen pensioenopbouw plaats en er worden geen risico's gedekt. In plaats daarvan bouwt deze persoon met het ingelegde geld een spaarsaldo op.
- Gepensioneerde
-
Iemand voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan.
- Geregistreerd partnerschap
-
De registratie van het partnerschap bij de burgerlijke stand. Geregistreerde partners hebben dezelfde rechten en plichten als partners die getrouwd zijn.
- Gewezen deelnemer
-
Een persoon (oud-werknemer) voor wie niet langer pensioenpremie wordt betaald. Ook wel bekend als 'slaper'.
H
- Haalbaarheidstoets
-
Elk jaar voert Pensioenfonds Recreatie een haalbaarheidstoets uit. Hiermee onderzoeken we of we de pensioenen ook in de toekomst kunnen uitbetalen, of de pensioenen binnen acceptabele grenzen blijven en/of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Hierbij houden we rekening met een slecht, een normaal en een positief scenario.
- Herstelplan
-
Een plan van aanpak waarin het pensioenfonds laat zien welke maatregelen het neemt om de dekkingsgraad te verbeteren. Het kortetermijnherstelplan bevat maatregelen om binnen drie jaar (tijdelijk vijf jaar) weer een minimale dekkingsgraad van 105% te hebben. Het langetermijnherstelplan bevat maatregelen om binnen vijftien jaar weer een dekkingsgraad van ongeveer 120% te hebben.
- Huwelijk
-
Trouwen voor de burgerlijke stand.
I
- Indexatie (indexeren)
-
Zie de uitleg bij 'toeslag'.
- Investment beliefs
-
Bij de aan- en verkoop van beleggingen baseren wij ons op onze beleggingsbeginselen. Beleggingen moeten namelijk passen bij Pensioenfonds Recreatie en bij het risico dat wij kunnen en willen lopen. Onze ‘Verklaring beleggingsbeginselen’ zijn te vinden in hoofdstuk 6 van de Actuariële- en Bedrijfstechnische Nota (ABTN).
J
- Jaarverslag
-
Een verslag waarin het bestuur van het pensioenfonds verantwoording aflegt over het beleid dat in het afgelopen jaar is uitgevoerd.
K
- Kind
-
Als kind van de (gewezen) deelnemer geldt: eigen kinderen of stief- of pleegkinderen die als eigen kind worden onderhouden en opgevoed. Een kind kan tot een bepaalde leeftijd in aanmerking komen voor wezenpensioen. Uitkering vindt plaats na overlijden van de (gewezen) deelnemer.
L
- Loongegevens
-
Een specificatie van de arbeidsverhouding tussen werknemer en werkgever. Het gaat vooral om salarisgegevens.
- Loonstijging
-
De ontwikkeling van de lonen over een bepaalde periode.
M
- Maatschappelijk verantwoord beleggen
-
Het beleggen volgens vastgestelde uitgangspunten en verdragen op het gebied van mensenrechten, milieu, arbeidsomstandigheden en anti-corruptie. Hier lees je de verklaring over de beleggingsbeginselen van Pensioenfonds Recreatie.
- Middelloonregeling
-
Ieder jaar bouw je een stukje van je pensioen op. Je pensioen is de optelsom van al die stukjes. Dit heet de middelloonregeling. Vanaf de datum waarop je met pensioen gaat, ontvang je dit pensioen zolang je leeft.
N
- Nabestaanden
-
De kinderen en de partner(s) van de overleden (gewezen) deelnemer met wie de partner was gehuwd, een geregistreerd partnerschap of een samenlevingsovereenkomst had.
- Nabestaandenpensioen
-
Het pensioen dat aan de nabestaanden (partner/kinderen) wordt uitgekeerd. Lees meer over pensioen voor je partner en wezenpensioen.
O
- Ombudsman Pensioenen
-
Bij de Ombudsman kun je terecht voor een onafhankelijk advies over een klacht over de uitvoering van pensioenregelingen.
- Opbouwpercentage
-
Dit is een vast percentage van de pensioengrondslag waarover pensioen wordt opgebouwd.
- Ouderdomspensioen
-
Een levenslange uitkering die ingaat op de pensioendatum. Bij Pensioenfonds Recreatie is dit de maand waarin je 67 jaar wordt.
P
- Partner
-
Een echtgenoot of partner van een (gewezen) deelnemer die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap of een (notarieel) samenlevingsovereenkomst heeft met deze (gewezen) deelnemer.
- Pensioen
-
Pensioen is het inkomen dat je (meestal maandelijks) ontvangt in het geval van ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid. Het pensioen vervangt dus het loon dat vroeger werd uitbetaald.
- Pensioen 1-2-3
-
In het Pensioen 1-2-3 wordt alle belangrijke pensioeninformatie uitgelegd. Dit is opgesplitst in drie lagen.
In laag 1 staat op hoofdlijnen de meest belangrijke informatie over de pensioenregeling van Pensioenfonds Recreatie. Laag 2 en laag 3 gaan dieper in op deze informatie. - Pensioendatum
-
De leeftijd waarop volgens de pensioenregeling het ouderdomspensioen standaard ingaat. Bij Pensioenfonds Recreatie is dat maand waarin je 67 jaar wordt.
- Pensioendesk
-
Bij de Pensioendesk kun je terecht met je vragen of opmerkingen. Dit kan telefonisch via (050) 52 25 020 of per e-mail naar deelnemer@pensioenfondsrecreatie.nl. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17:00 uur.
- Pensioenfonds
-
Een pensioenfonds voert de pensioenregeling uit voor één of meer bedrijfstakken, voor een onderneming of een groep van ondernemingen of voor vrije beroepsbeoefenaren.
- Pensioengat
-
Het verschil tussen de hoogte van het pensioen dat je graag zou willen en het pensioen dat je ontvangt.
- Pensioengerechtigde
-
De persoon voor wie het pensioen is ingegaan.
- Pensioengevend loon
-
De onderdelen van het loon die meegenomen worden bij het berekenen van de pensioengrondslag.
- Pensioengrondslag
-
Het gedeelte van het loon waarover pensioen wordt opgebouwd. In de praktijk is dit meestal het pensioengevend loon minus de franchise.
- Pensioenovereenkomst
-
De arbeidsvoorwaardelijke afspraken tussen de werkgever of werkgeversorganisaties en de werknemer of werknemersorganisaties die betrekking hebben op het pensioen.
- Pensioenrechten
-
Het recht dat je hebt op pensioen dat ingegaan is.
- Pensioenregeling
-
De afspraken die over het pensioen gemaakt zijn in de pensioenovereenkomst.
- Pensioenregister
-
Dit is een digitaal totaaloverzicht van alle opgebouwde pensioenaanspraken en te bereiken pensioenen bij pensioenfondsen en pensioenverzekeraars. Ook het recht op AOW staat hierin. Het pensioenregister is te vinden via www.mijnpensioenoverzicht.nl.
- Pensioenreglement
-
Een algemene beschrijving van de pensioenregeling. Hierin is vermeld wie meedoen aan de regeling en hoe hoog de pensioenen zijn en wanneer ze ingaan.
- Pensioenwet
-
De wet waarin alle regels die met pensioen te maken hebben zijn vastgelegd.
- Pension Fund Governance (PFG)
-
Uitgangspunten voor het goed besturen van het pensioenfonds. Het gaat daarbij vooral om de manier waarop het bestuur is georganiseerd, verantwoording aflegt aan belanghebbenden en de manier waarop het intern toezicht is georganiseerd.
- Premie
-
Het geld dat een werkgever periodiek aan het pensioenfonds betaalt voor het financieren van het pensioen.
- Premievrije opbouw (PVO)
-
Als een deelnemer aan een pensioenregeling helemaal of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, komt de pensioenopbouw voor rekening van het pensioenfonds. De meeste pensioenfondsen kennen zo'n regeling.
- Prepensioen
-
Een tijdelijk pensioen voor de periode vóór 67 jaar.
- Prijsstijging
-
De ontwikkeling van de prijzen over een bepaalde periode.
R
- Regeling
-
Zie de uitleg bij het onderwerp pensioenregeling.
- Reglement
-
Pensioenreglement. Een algemene beschrijving van de pensioenregeling. Hierin staat wie deelnemen aan de regeling en hoe hoog de pensioenen zijn en wanneer ze ingaan.
- Rendement
-
Het positieve of negatieve resultaat dat een pensioenfonds behaalt met de belegging van de pensioengelden.
- Risicohouding
-
Onze ’risicohouding’ geeft aan hoe wij staan ten opzichte van een belegging. Pensioenfonds Recreatie neemt risico’s om rendement te behalen. Met deze risico’s wordt bewust omgegaan en er wordt goed over de beslissingen nagedacht.
S
- Samenlevingsovereenkomst
-
Een overeenkomst op papier die de financiële verhoudingen regelt tussen twee personen die een gezamenlijke huishouding hebben en op hetzelfde adres wonen. Dit is meestal in een notariële akte vastgelegd.
- Scheiding
-
Als getrouwde, geregistreerde of niet geregistreerde partners uit elkaar gaan.
- Slaper
-
Zie de uitleg bij gewezen deelnemer.
- Sociale Verzekeringsbank (SVB)
-
De overheidsinstantie die belast is met de uitvoering van de AOW en de Anw.
- Stopbrief
-
Een document dat binnen drie of vier maanden na beëindiging van deelname aan de pensioenregeling aan de gewezen deelnemer moet worden gestuurd. In de brief staat een overzicht van het opgebouwde pensioen en informatie over toeslagverlening en waardeoverdracht. Werkgevers zijn verplicht vertrekkende werknemers af te melden bij het pensioenfonds.
T
- Toeslag
-
De verhoging (dit heet indexatie) van een (opgebouwd) pensioen. Dit wordt gegeven op grond van een in het pensioenreglement omschreven regeling. Het is meestal gekoppeld aan een loon- of prijsstijging.
- Toezichthouder
-
Een organisatie die toezicht houdt op pensioenfondsen. Zie de uitleg bij De Nederlandsche Bank (DNB) en Autoriteit Financiële Markten (AFM).
U
- Uitkeringsovereenkomst
-
Een pensioenovereenkomst waarbij een pensioenuitkering wordt vastgesteld.
- Uitruil
-
Vlak voor je pensioendatum kun je een deel van je ouderdomspensioen omzetten in partnerpensioen. Dat heet uitruil. Als je na je pensioendatum overlijdt, krijgt je partner dan een uitkering van het pensioenfonds. Wil je geen partnerpensioen reserveren? Bijvoorbeeld omdat je partner zelf voldoende inkomen heeft? Dan moet je partner hier schriftelijk toestemming voor geven. Heb je eerder gekozen om partnerpensioen te verzekeren, dan kun je dat bij pensionering weer uitruilen.
- Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
-
Het UWV verzorgt de uitvoering van de sociale verzekeringen voor werknemers: de Werkloosheidswet (WW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
- Uitvoeringsovereenkomst
-
De overeenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds over de uitvoering en financiering van de pensioenregeling.
- Uitvoeringsreglement
-
Het reglement bij Pensioenfonds Recreatie waarin de verplichtingen van de werkgevers zijn geregeld.
- Uniform pensioenoverzicht (UPO)
-
Een standaard overzicht dat pensioenfondsen en verzekeraars jaarlijks aan deelnemers verstrekken om te informeren over de uitkering bij pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid.
V
- Verevening
-
Verevening van pensioen bij scheiding is de verdeling van het ouderdomspensioen tussen jou en je ex-partner. Je ex-partner heeft wettelijk recht op de helft van het ouderdomspensioen (en het eventuele prepensioen) dat je tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd. Dit heet verevening van pensioen. Het is mogelijk om onderling een andere verdeling af te spreken of dat verevening helemaal niet wordt gedaan.
- Verklaring beleggingsbeginselen
-
Bij de aan- en verkoop van beleggingen baseren wij ons op onze beleggingsbeginselen. Beleggingen moeten namelijk passen bij Pensioenfonds Recreatie en bij het risico dat wij kunnen en willen lopen.
- Verplichte aansluiting
-
Het aansluiten van een werkgever bij het bedrijfstakpensioenfonds omdat hij onder de verplichtstelling valt.
- Verplichtstelling
-
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de deelname in een bedrijfspensioenfonds verplichten. Dit kan als er genoeg sociale partners (werkgevers en werknemers) vertegenwoordigd zijn in de bedrijfstak. Pensioenfonds Recreatie valt onder de verplichtstelling.
- Vrijstelling
-
Als een werkgever niet hoeft deel te nemen aan de bedrijfstakpensioenfondsregeling. Bij vrijstelling is de werkgever wel verplicht om een pensioenregeling te verzorgen die minimaal gelijkwaardig is aan de pensioenregeling van de bedrijfstak.
- Vrijwillige voortzetting
-
Een gewezen deelnemer kan ervoor kiezen maximaal drie jaar lang vrijwillig pensioen op te blijven bouwen. De gewezen deelnemer betaalt dan het werknemersdeel en werkgeversdeel van de premie zelf.
W
- Waardeoverdracht
-
Het overdragen van de waarde van het opgebouwde pensioen naar een ander pensioenfonds.
- Waardevast
-
Een pensioen is waardevast als de stijging van de pensioenen gelijk op gaat met de prijsstijging. De koopkracht van het pensioen blijft hierdoor gelijk.
- Welvaartsvast
-
Een pensioen is welvaartsvast als de stijging van de pensioenen gelijk op gaat met de loonontwikkeling.
- Werkgeverspremie
-
Het gedeelte van de pensioenpremie dat door de werkgever wordt betaald.
- Werkloosheidswet (WW)
-
WW staat voor werkloosheidswet. Vanuit de WW worden de betalingen aan werknemers geregeld die (voor een gedeelte) werkloos zijn. Een WW-uitkering is een tijdelijk inkomen. De hoogte van de WW-uitkering en hoe lang je dit ontvangt hangt af van het ontvangen (dag)loon en je arbeidsverleden.
- Werknemer
-
De persoon die een baan heeft bij een werkgever.
- Werknemerspremie
-
Het gedeelte van de pensioenpremie dat door de werknemer wordt betaald.
- Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)
-
De verzekering die de uitkeringen regelt voor werknemers die langer dan twee jaar helemaal of voor een gedeelte arbeidsongeschikt zijn.