Nieuwe regels voor pensioen: dit verandert
Dit zijn de belangrijkste veranderingen. Misschien lijken de verschillen groot. Maar veel dingen werken hetzelfde. Zo kan de hoogte van je pensioen nu ook veranderen. En beleggen we nu ook al voor jouw pensioen. Straks zie je beter hoeveel geld je inlegt. En wat onze beleggingen opleveren.
Nu heb je een regeling met afspraken over de hoogte van je pensioen. De verwachting hierover kon niet altijd worden waargemaakt. In het nieuwe pensioen spreken we af hoeveel geld jij en je werkgever inleggen voor jouw pensioen.
’Premieregeling’ omdat we afspreken hoeveel geld (premie) je inlegt. En ‘solidair’ omdat we samen meevallers en tegenvallers delen.
Elke maand leggen jij en je werkgever dus geld in. Zo bouw je een pensioenpot op. Uit de pensioenpot betalen we later maandelijks je pensioen. Er is vooraf geen belofte over de hoogte van je pensioen. Wel kunt je beter zien hoeveel geld jij en je werkgever inleggen en hoe dit bedrag groeit.
Jij en jouw werkgever betalen samen de inleg. Op je loonstrook zie je precies hoeveel je betaalt. Samen betalen jullie 21,8% van het deel van jouw salaris dat meetelt voor je pensioen.
Het geld in jouw pensioenpot beleggen we voor je. Zo kan je pensioenpot groeien en krijg je later een zo goed mogelijk pensioen. Al het geld uit alle pensioenpotten beleggen we op dezelfde manier, dus ook jouw pensioenpot. Welk deel van het beleggingsresultaat je krijgt, hangt onder andere af van je leeftijd. Nu beleggen we ook, maar hoeveel je krijgt hangt niet af van je leeftijd. Dit is dus nieuw.
Als het goed gaat met de economie kan je pensioen straks sneller omhoog. Maar je pensioen kan ook omlaaggaan als het economisch slechter gaat. Je pensioen wordt dus minder zeker:
- Hoe jonger je bent, hoe meer je pensioenpot gaat meebewegen. Dat is niet erg, want je hebt ook meer tijd om een pensioenpot op te bouwen.
- Ben je met pensioen? Dan kan je pensioen elk jaar een beetje veranderen. We vangen schommelingen op, zodat je pensioen zoveel mogelijk gelijk blijft.
We vangen schommelingen op
We hebben afspraken om schommelingen op te vangen:
- We verdelen beleggingsresultaten over meerdere jaren.
- Als we verwachten dat je pensioen omlaag gaat, vullen we je pensioen aan uit onze reserve. Zolang we een reserve hebben. Je pensioen gaat pas omlaag als we geen reserve meer hebben.
De reserve vullen we met elkaar. Want als de beleggingsresultaten goed genoeg zijn, gaat een klein deel naar de reserve. Ook als je nog geen pensioen ontvangt, betaal je mee aan de reserve.
Iedereen ziet straks het bedrag dat voor zijn of haar pensioen beschikbaar is: de pensioenpot. We maken ieder jaar een inschatting van het pensioen dat je later kunt verwachten. Ook als het goed of minder goed gaat met de economie. We informeren je dus ieder jaar over wat je later ongeveer kunt verwachten.
Als je met pensioen bent, blijven we voor je beleggen. De hoogte van je pensioen staat hierdoor niet vast, maar is afhankelijk van onze beleggingsresultaten. Verder heeft de gemiddelde levensverwachting in Nederland invloed. Want hoe ouder mensen worden, hoe langer we pensioen uitbetalen. Ook de rente heeft ieder jaar invloed op de hoogte van jouw pensioen.
Als je met pensioen bent, heb je nog steeds een pensioenpot waarmee we blijven beleggen. Uit je pensioenpot betalen we maandelijks je pensioen. Die pensioenpot kan niet leegraken. Je krijgt dus altijd pensioen, hoe oud je ook wordt.
Als je overlijdt, krijgen je partner en kinderen mogelijk een nabestaandenpensioen. De regels voor het nabestaandenpensioen zijn straks minder ingewikkeld. Daardoor is duidelijker waar jouw partner en kinderen op kunnen rekenen. In het kort:
1. Overlijd je terwijl je nog pensioen bij ons opbouwt?
- Dan krijgt jouw partner:
- De rest van zijn/haar leven 10% van jouw salaris dat meetelt voor je pensioen als partnerpensioen.
- Heb je gekozen voor het tijdelijk partnerpensioen. Dan ontvangt jouw partner, naast het partnerpensioen, een tijdelijk partnerpensioen vanaf jouw overlijden tot je partner zelf AOW-krijgt.
- Het eventuele partnerpensioen dat je in de oude regeling hebt opgebouwd.
- Kinderen krijgen wezenpensioen tot zij 25 jaar worden. Het wezenpensioen is 5% van jouw salaris dat meetelt voor je pensioen. Je kinderen ontvangen elke maand 1/12 deel hiervan.
2. Overlijd je als je met pensioen bent?
Als je met pensioen gaat, kun je een deel van het geld uit jouw pensioenpot gebruiken voor partnerpensioen. Ontvang je al pensioen en heb je bij de ingang van je pensioen gekozen voor partnerpensioen? Dan neem je dit automatisch mee naar de nieuwe regeling. De hoogte van het partnerpensioen hangt dan af van de keuzes die je maakt(e) bij de ingang van jouw pensioen.
3. Overlijd je als geen pensioen meer bij ons opbouwt en ook nog niet van ons ontvangt?
Jouw partner ontvangt dan het eventuele partnerpensioen dat je hebt opgebouwd plus het partnerpensioen waar je eventueel voor hebt gekozen toen je uit dienst trad.
We nemen het pensioen dat je al hebt opgebouwd mee. Dat komt in je pensioenpot. Heb je al nabestaandenpensioen opgebouwd? Ook dat nemen we automatisch mee naar de nieuwe regeling. Daar hoef je zelf dus niets voor te doen.
In de nieuwe pensioenregeling is de inleg voor pensioen voor alle leeftijden gelijk. Dit is gunstig voor jongeren. Maar dit is minder gunstig als iemand al langer pensioen opbouwt. Om te zorgen dat de nieuwe regeling voor de verschillende leeftijdsgroepen gelijkmatig uitpakt, krijg je mogelijk een extra bedrag in jouw pensioenpot als je tussen de 40 en 66 jaar bent. Hierdoor is het pensioen onder de nieuwe regels ongeveer hetzelfde als onder de oude regels.
De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van jouw persoonlijke situatie én onze financiële positie op 1 januari 2026.
Je ziet dit bedrag terug in de tweede persoonlijke berekening die je van ons ontvangt. Je ontvangt deze persoonlijke berekening uiterlijk juli 2026.
De nieuwe regels gelden voor iedereen: als je nog pensioen opbouwt, maar ook als je al met pensioen bent of in het verleden pensioen bij ons hebt opgebouwd.